Deel dit artikel

het is duidelijk dat economische elites overal ter wereld op ondemocratische manieren politieke invloed uitoefenen, dat de desastreuze gevolgen van klimaatverandering zich steeds sterker laten voelen en dat er nog altijd te veel armoede bestaat. in zo’n situatie is het volgens politiek filosofe ingrid robeyns onaanvaardbaar dat er extreem rijken bestaan, mensen die zoveel bezitten dat het geen waarde meer toevoegt aan hun leven. ze is er dan ook van overtuigd dat we een wereld moeten creëren waarin niemand superrijk is.

Genoeg is genoeg: Robeyns’ pleidooi tegen extreme rijkdom

Bart Engelen

In haar boek Limitarisme: Pleidooi tegen extreme rijkdom (2023) verdedigt politiek filosofe Ingrid Robeyns de controversiële stelling dat sommige mensen simpelweg té rijk zijn. Volgens Robeyns, geboren en getogen in België en werkzaam aan de Universiteit Utrecht in Nederland, is extreme rijkdom moreel problematisch en zou niemand meer mogen bezitten dan men nodig heeft voor een volwaardig leven. Extreem rijken bezitten heel wat ‘surplusgeld’, rijkdom die niets van waarde toevoegt aan hun leven en dus ook geen enkele morele waarde heeft. Meer nog, het bezitten van surplusgeld is problematisch, betoogt Robeyns, in een wereld waarin armoede bestaat, de desastreuze gevolgen van klimaatverandering zich laten voelen en economische elites op ondemocratische manieren politieke invloed uitoefenen. Robeyns is er daarom van ‘overtuigd dat we een wereld moeten creëren waarin niemand superrijk is’. Dat standpunt noemt ze, zowel in dit boek als in eerder werk, limitarisme.

Robeyns begint haar boek met enkele opvallende feiten over extreme rijkdom. We weten bijvoorbeeld allemaal dat Elon Musk extreem rijk is, maar kunnen ons moeilijk iets voorstellen bij de 219 miljard dollar die hij naar schatting bezit. Robeyns rekent het voor ons uit. Als Musk 45 jaar lang 50 uur per week zou werken, zou hij bijna 2 miljoen dollar per uur verdienen. Musk vergaart met andere woorden meer rijkdom per uur (en elk uur opnieuw en opnieuw) dan de meesten onder ons in een heel leven. Een ander weetje is dat er in 2021 maar liefst 62 miljoen miljonairs waren in de wereld, van wie er 265 000 meer dan 50 miljoen dollar bezaten.

Maar als Robeyns claimt dat deze mensen te veel bezitten, stelt zich de vraag: hoeveel is te veel? In haar eerste hoofdstuk hanteert Robeyns zowel een ethische als een politieke bovengrens. De ethische grens stipuleert hoeveel rijkdom je op morele gronden mag bezitten. Ook al kan hier redelijke onenigheid over bestaan, poneert Robeyns als bovengrens 1 miljoen euro per persoon (of 4 miljoen euro per vierkoppig gezin). Daarmee kan je je namelijk al een behoorlijk luxueuze levensstijl veroorloven. Uit een peiling blijkt dat de helft van de Nederlandse respondenten vindt dat ‘een zeer goed leven’ inhoudt dat je je ‘een chique villa, een bescheiden tweede huis, twee dure auto’s, drie vakanties per jaar en 200 000 euro aan spaargeld’ kan permitteren. Dat is genoeg volgens Robeyns: mensen met meer dan een miljoen zijn niet meer rijk, maar extréém rijk. De politieke grens is dan weer de limiet die de overheid moet afdwingen bij het inrichten van haar politieke, sociale, economische en fiscale stelsels. Robeyns stelt voor dat we hier 10 miljoen als bovengrens hanteren.

Het vervolg van dit artikel leest u in de papieren versie van Karakter 87. De volledige tekst verschijnt later online.
Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen